Menu

Als huisartsen in groepsverband samenwerken, zorgt dat voor specifieke problemen op het vlak van registratie van gegevens in het Elektronisch Medisch Dossier (EMD). De groepspraktijk van Hoeilaart telt zes artsen die nauw samenwerken. Gaandeweg ontwikkelde ieder zo zijn eigen manier van registreren in het EMD. Het gevaar hiervan is dat gegevens over een actieve patiëntenpopulatie niet meer bruikbaar zijn voor reflectie over het huisartsengeneeskundige handelen.

Dit praktijkproject in de huisartsengroepspraktijk van Hoeilaart bevroeg in een eerste fase het rookgedrag van patiënten en paste overeenkomstig de WVVH-aanbeveling Stoppen met roken in een tweede fase rookstopbegeleiding via minimale interventie toe op patiënten in motivatiefase 3 volgens Prochaska en Di Clemente. Tijdens het project werden 697 patiënten geregistreerd, van wie 133 rokers. Eénentwintig rokers waren gemotiveerd om te stoppen.

De uitgangsstelling van de auteur is dat zeventig percent van de blessures van het bewegingsapparaat voorkomen hadden kunnen worden met een optimale begeleiding.

De auteurs zijn professor in de bromatologie aan verschillende Vlaamse universiteiten. Hun voornaamste bedoeling was de apotheker een referentiewerk te bezorgen. Bij het schrijven werd er voortdurend voor gezorgd dat ook andere beoefenaars van geneeskundige beroepen en zelfs de geïnteresseerde leek er nuttige informatie in zouden kunnen vinden.

Op je tellen passen en afvallen is geschreven door zeven diëtisten van het Academisch Ziekenhuis van Leiden.

De problematiek van de patiënte, waarover we het in de volgende bijdrage zullen hebben, kan niet met één diagnoseterm omschreven worden. Het betreft een vrouw die raadpleegt voor achterstand in de menstruatie. Voor zover ze zelf weet is ze niet zwanger. Ze gebruikt momenteel geen pil, ze heeft deze ook niet recent gestopt, en ze heeft ook geen spiraal (IUCD). Neen, ze heeft niet direkt een verklaring voor dit verschijnsel en wendt zich met het probleem tot haar huisarts.

De schijnbare tegenstelling die kon bestaan tussen de akademisch gedoceerde theorie van geneeskundig handelen en de haalbaarheid daarvan in de HA-praktijk was de aanleiding tot de vorming van een werkgroep «huisartsgeneeskundig handelen» binnen het akademisch centrum voor HA-geneeskunde aan de K.U.-Leuven.